Je bent hier: start » een_kind_en_de_dief

Dit is een oude revisie van het document!


EEN KIND EN DE DIEF

Op 16 augustus 1936 vereerde een inbreker de villa gelegen aan het meer bij Alt-Buchhorst nabij Grünheide van de lederwaren fabrikant Herman Möbius, met een bezoek. Het vierjarige dochtertje Helga sliep in de kinderkamer. Friedrich Metzler, die reeds vaker veroordeeld was wegens inbraak en diefstal, klom via de tuin op het terras, en van daaruit klauterde hij op een balkon en toen door een raam op de eerste verdieping naar binnen. Daar brak hij een bureau open, twee kasten en maakte enkele niet bijzonder waardevolle sieraden tot buit.

Plotseling stond de kleine Helga in haar nachtponnetje voor de inbreker. “Wat doe jij hier?” vroeg het kind. (Dit was de verklaring van Metzler later bij de politie). “Ik zoek de sieraden, die jouw mama hier ergens moet hebben liggen”. “Mammies sieraden?” herhaalde het kleine meisje, “die liggen waar papa zijn geld heeft”. “ En waar heeft jouw papa zijn geld?” “Dat zeg ik je niet”, antwoordde de kleine meid, “jij bent zeker een dief!”

Toen pakte de inbreker het kind bij de schouders. “Als jij niet zegt, waar jouw papa het geld heeft, snijd ik je de hals door”. “Dat mag jij niet doen”, zei de kleine Helga. “Waarom mag ik dat niet?” “Dat vindt mijn Engelbewaarder niet goed”. “En waar heb jij je Engelbewaarder, he?” Helga nam de inbreker mee naar haar kleine kinderkamer en wees hem op de afbeelding van de Engelbewaarder aan de muur. “Ik bid toch altijd tot hem”, zei het kind.

Toen voelde de inbreker iets vochtigs in zijn ogen. Herinneringen kwamen bij hem boven aan zijn eigen jeugd, herinneringen aan zijn overleden moeder, die al lang dood was…. Had hij niet ook eens zo'n Engelbewaarder boven zijn armzalige slaapplaats hangen ? “Het is goed”, zei Metzler en liep de kamer uit. Hij schoof de stapel gestolen sieraden, die hij op de grond klaar gelegd had om in te pakken, onverschillig met zijn voet aan de kant.

Toen klom hij weer van het balkon naar beneden de tuin in, zonder iets te hebben meegenomen. Maar hij werd daarbij door een politie patrouillewagen betrapt en gearresteerd. Pas later werd Metzlers bekentenis bevestigd door de getuigenverklaring van het kind en door de geroofde sieraden, die hij had laten liggen.

Uit: A.M. Weigl: Schutzengelgeschichten, S. 64 e.v.