Dit is een oude revisie van het document!


Veelgestelde vragen over de Engelen

1.Moeten we een naam geven aan onze Engelbewaarder?

Het korte antwoord op deze meest gestelde vraag is eenvoudig “nee”. Want de Congregatie van de Liturgie en de Sacramenten van het Vaticaan zegt in een document van 2001 dat “de praktijk om namen te geven aan de H. Engelen afgeraden moet worden, behalve in het geval van St. Gabriël, St. Rafaël en St. Michaël, want deze namen komen voor in de H. Schrift.”

Het zou goed voor ons zijn om eens te overwegen dat de naam “Heilige Engelbewaarder “ heel diep onze verbinding uitdrukt met de Engel die God ons voor heel ons leven heeft toegewezen. Want juist zoals er maar een vrouw en een man in heel deze wereld ons kunnen antwoorden wanneer wij “moeder” zeggen of “vader”, zo is er ook in alle koren van de H. Engelen alleen maar een Engel die ons kan antwoorden wanneer wij uitroepen: “H. Engelbewaarder, help mij!”

2.Heeft iedere mens een Engelbewaarder?

Het is duidelijk dat iedere gedoopte een Engelbewaarder heeft omdat de H. Basilius dit leert en de Catechismus van de Katholieke Kerk herhaalt dit: “Iedere gelovige wordt terzijde gestaan door een Engel om hem als een behoeder en herder naar het leven te leiden.”1) Deze tekst verklaart niet specifiek dat iedere mens, zonder uitzondering, een Engelbewaarder heeft.

Niettemin leert de Catechismus in een volgende zin in duidelijke bewoordingen: “Vanaf de kinderjaren tot de dood is het menselijk leven omringd door hun ( d.i. de Engelen) bescherming en voorspraak.” 2) Hiermee in overeenstemming is de algemene leer van de theologen dat niet enkel iedere gedoopte, maar iedere mens zijn eigen persoonlijke Engelbewaarder heeft .

Dit leert ook de YOUCAT (de Catechismus voor de jongeren) “Ieder mens krijgt van God een beschermengel.” 3) Deze zicht is Bijbels gefundeerd en gebaseerd op de woorden van Onze Heer in de Evangeliën, waar Hij nadrukkelijk meedeelt: “Hoedt u er voor een van deze kleinen te minachten, want Ik zeg u: zij hebben Engelen in de hemel en deze aanschouwen voortdurend het aangezicht van mijn Vader die in de hemel is.” 4)

Bovendien leert de H. Thomas van Aquino dat de bescherming door de Engelen een geschenk is, niet alleen van genade maar ook een gave aan de mensheid in de orde van de natuur. Tenslotte, omdat ieder individu, met een eigen vrije wil uitgerust, een unieke bestemming heeft, is het passend dat er een relatie bestaat tussen een mens en een Engel. Ditzelfde leerde ook de H. Gregorius de wonderdoener en de H. Hieronymus, die van mening was dat iedere persoon vanaf zijn geboorte zijn eigen bijzondere Engelbewaarder had.

3.Wanneer wordt onze Engelbewaarder aan ons toegewezen?

De H. Thomas van Aquino beweert dat iedereen bij zijn geboorte een Engelbewaarder ontvangt. Bovendien leert hij dat de Engelbewaarder van de moeder haar kind bewaakt zolang zij deze in haar schoot draagt. Andere Kerkvaders en Kerkleraars echter, bijv. de H. Hieronymus en de H. Basilius de Grote, geloven dat onze Engelbewaarder bij het Doopsel aan ons wordt toegewezen.

De H. Anselmus gaat een stap verder en beweert dat “iedere ziel is toegewezen aan een Engel wanneer hij verenigd is met een lichaam”. In andere woorden, hij gelooft, samen met nog andere heiligen en theologen, dat iedereen een Engelbewaarder ontvangt bij zijn ontvangenis. Om het samen te vatten: er zijn drie meningen over het tijdstip wanneer wij onze Engelbewaarder ontvangen: 1. Bij de ontvangenis, 2. Bij de geboorte, of 3. Bij het doopsel.

Het feit dat iedere menselijke persoon een Engelbewaarder heeft, sluit de derde mening uit, dat we onze Engelbewaarder met het doopsel ontvangen. Dan blijven de andere twee meningen over. Maar omdat het leven van een persoon begint op het moment van de conceptie, is er geen reden voor de Engel om te wachten totdat de persoon geboren is. En als men bedenkt hoe belangrijk de zorg voor de geboorte is, dan is het redelijk om te geloven dat de Engelbewaarder erbij betrokken zou willen zijn. Het kan ook waar zijn, dat allen profiteren van de bijstand der Engelen vanaf het begin van het leven, volgens de natuurlijke voorzienigheid van God, en dat in het doopsel een diepere, bovennatuurlijke band met de Heilige Engelen ontstaat.

4. Als wij sterven wordt dan onze Engelbewaarder aan iemand anders toegewezen?

Het wordt algemeen aangenomen dat onze Engelbewaarder niet aan een andere persoon wordt toegewezen als wij sterven, omdat onze Engelbewaarder en wij op een unieke wijze bij elkaar passend gemaakt zijn door God Zelf voor alle eeuwen, met het doel om ons te helpen om de bijzondere zending in ons aardse leven te vervullen waarvoor Hij ons heeft geschapen.

Daarom is het onwaarschijnlijk dat onze Engelbewaarder aan een andere persoon zou worden toegewezen nadat hij zijn taak aan ons volbracht heeft. En dus wordt aangenomen, dat nadat wij zijn gestorven, onze Engelbewaarder zal doorgaan met zijn normale taken in de koren van de H. Engelen.

Als wij de genade ontvangen om de hemel binnen te gaan, zullen wij de Heer aanbidden samen met onze Engelbewaarder, naast elkaar in de hemelse liturgie. Zoals de H. Thomas van Aquino schreef: “Als hij aan het einde van zijn leven komt heeft hij niet langer een beschermengel; maar in het Koninkrijk zal hij een Engel hebben om met hem te regeren.” 5) Maar als we het ongeluk hebben om naar de hel te gaan, dan zal onze Engelbewaarder alleen naar de hemel terugkeren.

Als we naar het vagevuur gaan zal onze Engelbewaarder in de hemel op ons wachten en dan komen om ons naar het paradijs te begeleiden wanneer onze tijd in die plaats van reiniging afgelopen is. Want zoals de H. Johannes Chrysostomus zegt: “als wij een gids nodig hebben om van een stad naar een andere te gaan, hoeveel meer heeft de ziel iemand nodig om de weg te wijzen als ze sterft en verder gaat in het eeuwige leven.” 6)

5.Kunnen de H. Engelen of de duivels onze geheime gedachten weten?

Nee, dat kunnen ze niet. Want alleen God Zelf kan ten allen tijde weten wat wij denken; alleen God Zelf kan de diepten van onze ziel kennen. Daarom zegt de H. Thomas duidelijk dat “de Engelen niet de geheimen van het hart kennen.”7)

Desondanks, als hij verder gaat met uitleggen, kunnen de Engelen en duivelen soms raden wat wij zouden denken. En dit kunnen ze op twee manieren: want “gedachten worden soms openbaar niet enkel door een uiterlijke daad, maar ook door een verandering in het uiterlijk.” 8)

Bijvoorbeeld, ons gezicht kan er blij uitzien of verdrietig, wanneer wij opwekkende of depressieve gedachten hebben. Maar ook onze gedachten over andere personen kunnen weerspiegeld worden niet alleen door wat wij over hen zeggen, maar ook in de manier waarop wij optreden en reageren wanneer wij hen ontmoeten.

Wij moeten er ook aan denken dat de Engelen en de duivels niet alleen een bovenmenselijk verstand hebben maar ook duizenden jaren ervaring met het observeren van het gedrag van menselijke wezens onder alle mogelijke omstandigheden. Daarom kunnen zij, net als een zeer bekwaam en ervaren psycholoog, vaak onderscheiden wat we zouden denken zonder precies onze gedachten te weten of in staat te zijn om onze gedachten te lezen. We kunnen daarom zeggen dat hoewel ze goed zijn om onze gezichtsuitdrukkingen te lezen, ze niet in staat zijn om onze gedachten te lezen.

In deze samenhang is het belangrijk om te zeggen dat wanneer wij vrijwillig onze gedachten richten tot een Engel (bijv. in een geestelijk gebed of een innerlijk gesprek) dan kan de Engel deze gedachten “horen”. Net zoals de Engelen onder elkaar in verbinding staan door een daad van de wil, zo kunnen wij ons met hen in verbinding stellen door een innerlijke daad van de wil.

6.Zullen wij Engelen worden in de hemel?

Soms wordt deze vraag gesteld omdat Jezus ons in de Evangelies openbaart: “Na de verrijzenis is er geen sprake meer van huwen of ten huwelijk gegeven worden, maar men zal zijn “als” Engelen Gods in de hemel”. 9)

We moeten benadrukken dat er niet staat dat we Engelen zullen zijn maar “als” Engelen. Want gelijkenis wijst op overeenkomstigheid wat verschilt van gelijkheid. God is niet van plan om de natuurlijke verschillen tussen mensen en Engelen te verwijderen; in de hemel zullen zij altijd onderscheiden en aanvullend zijn. Mens en Engel zullen daarom op elkaar lijken in verschillende aspecten terwijl beiden hun natuur behouden. Wat zijn deze aspecten?

Ten eerste moet erop gewezen worden dat beiden, Engelen en mensen, geschapen werden naar Gods beeld en gelijkenis. Bovendien, deze oorspronkelijke volmaaktheid van natuur en genade wordt tot een hogere volmaaktheid van natuur en genade gebracht in diegenen die naar de hemel gaan. En dus, omdat de gelijkmaking van de Heilige Engelen in de hemel reeds voltooid is in hun verheerlijkte staat, zullen wij als wij uiteindelijk naar de hemel gaan, op hen gaan gelijken, niet alleen in de persoonlijke glorie die zij algemeen bezitten maar ook in hun gelijkenis van God.

Ten tweede: De Engelen zijn “zuiver geestelijke schepselen”, zij “hebben intelligentie en wil: zij zijn persoonlijke schepselen.” 10) Onze zielen zijn ook geestelijk van natuur. We zijn geschapen voor de zelfde eindbestemming en we hebben dezelfde heiligmakende genade van Christus ontvangen. Dit zijn de redenen waarom wij de Engelen vragen in ons gebed van toewijding, “verlicht mijn verstand en mijn hart opdat ik altijd de wil van God mag kennen en doen”. Deze overeenkomsten helpen ons om beter te begrijpen over ons “zijn als de Engelen”.

Ten derde: wij zullen eeuwig gezegend zijn met de aanschouwing van God “zoals de Engelen”, met de contemplatie, liefde en voortdurend bezit van God, de bron van alle goeds; wij zullen Hem in totale overgave aanbidden. We zullen ons in allen de gemeenschap van de zalige Drieeenheid verheugen. Want “ons allen is het gegeven met onverhuld gelaat de glorie van de Heer te aanschouwen en herschapen te worden tot steeds heerlijker gelijkenis met Hem; zo werkt de Heer die Geest is.” 11)

Ten vierde: wij zullen ons verheugen in de gemeenschap van de heiligen, Engelen en mensen, omdat allebei verenigd zijn met God, de Enige die oneindig heilig is in zijn eigen wezen. Daarom vragen wij aan de Engelen in het gebed van Toewijding, “leid mij tot vereniging met God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest”.

Ten vijfde: in de hemel zullen wij ons verenigen met het gezelschap van de Heilige Engelen. Daarom zullen wij niet alleen van een volmaakte vrede en de vervulling van al onze wensen genieten zodat wij zullen zijn “als de Engelen” – in vrede, onbevlekte zuiverheid, vol van vreugde, licht en leven – maar we zullen ook deelhebben aan Gods volmaaktheid, rijkdom, schoonheid en glorie. Want “de rechtvaardigen zullen schitteren als de zon” 12) en zullen in het paradijs vrij zijn van pijn, tranen, verdriet, lijden en dood.

Tenslotte: in de hemel zullen wij voor altijd leven in een innige vereniging met Jezus en alle Engelen tot verheerlijking van God, 13) zoals het Boek van de Apokalyps beschrijft: “En terwijl ik keek, hoorde ik de stem van talloze Engelen rondom de troon en de levende wezens en de oudsten; en hun getal was tienduizenden tienduizenden en duizenden duizendtallen en zij riepen luid: Waardig is het Lam…. En de oudsten vielen in aanbidding neer.” 14) Het leven in de hemel zal een prachtige liturgie van lofprijzing zijn dat Engelen en heiligen verenigen zal in het onophoudelijke lied van vreugde: Heilig, Heilig, Heilig, God van de hemelse legerscharen.” 15)

7.Hoe stellen de Engelen zich in verbinding met ons?

Er zijn twee manieren waarop ze dit doen. We kunnen de ene de normale weg noemen, en de andere de minder gewone manier. Op de normale manier stellen de Engelen zich met ons in verbinding door gedachten in onze geest op te wekken, beelden in ons voorstellingsvermogen, en gevoelens in onze emoties.

Ten eerste kunnen zij gedachten in ons verstand leggen die ontvangen worden door de innerlijke zintuigen bijv. het voorstellingsvermogen.

Ten tweede kunnen ze ons geestelijke beelden zenden die een abstracte waarheid overbrengen of het licht om te kunnen onderscheiden wat waar is.

Bovendien kunnen de Engelen ons geestelijke vertroostingen zenden. 16)

Tenslotte communiceren de Engelen met ons door een bepaalde soort van spanning of druk in onze ziel of lichaam op te roepen. We kunnen bijv. het sterke gevoel krijgen dat we iets perse moeten doen, of ergens naar toe moeten gaan, of iemand helpen, of bidden voor een speciale intentie. Heel zeker hebben vele van ons deze gevoelens wel eens ervaren, die schijnbaar uit het niets kwamen en ons aanzetten om doorslaggevend te handelen om iemand te helpen die misschien in wanhopig gevaar of nood was.

Maar dan is er nog een andere manier waarop de Engelen zich in verbinding stellen met ons op een wijze die minder algemeen is. Dat gebeurt doordat ze woorden gebruiken, en luid tot ons spreken op een manier dat we ze duidelijk kunnen begrijpen. Het is natuurlijk zeldzaam voor een Engel om te spreken met een stem die we gemakkelijk kunnen verstaan. Maar er zijn vele voorbeelden die we in de Heilige Schrift kunnen vinden van Engelen die tot de mensen spreken tot wie ze zijn gezonden. Bijvoorbeeld de lange gesprekken tussen St. Rafaël en Tobias die in het boek Tobias opgeschreven zijn; of de uitgebreide openbaringen die door St. Gabriël aan de profeet Daniel worden gegeven; of de aankondigingen door St. Gabriël aan Maria in haar huis in Nazareth en aan de priester Zacharias in de tempel van Jeruzalem.

8.Is het mogelijk dat iemand een tweede Engelbewaarder ontvangt?

Wij krijgen slechts één Engelbewaarder voor heel ons leven, die onze persoonlijke beschermer is. De H. Thomas van Aquino echter, evenals een aantal andere theologen, zijn van mening dat niet alleen bisschoppen een extra Engel ontvangen bij hun wijding, om hen te helpen hun verantwoordelijke taken te vervullen; maar ook dat bepaalde typen van openbare ambtenaren, die grote verantwoordingen dragen, bijvoorbeeld leiders van naties, heersers van staten of van grote gemeenschappen, een extra Engel ontvangen om hen te helpen bij het regeren alsook het besturen. 17) Het moet echter worden benadrukt dat de extra Engel die aan een persoon wordt toegewezen, met kerkelijke en civiele verantwoordelijkheden, geen extra Engelbewaarder is. Veelmeer handelt hij als een soort assistent, om diegene te helpen om hun opdrachten en plichten van staat in hun leven effectiever te kunnen uitvoeren.

Bovendien wijst de H. Thomas van Aquino erop dat charisma’s in de Kerk tot de Heilige Geest behoren en Hij beheert deze door de H. Engelen. Nu heeft iedere religieuze gemeenschap en geestelijke beweging een charisma. Iedereen die dus tot zulk een beweging behoort verheugt zich daarom in de dienst van de H. Engel die aangewezen is om over die beweging en zijn leden te waken.

Bovendien heeft ieder bisdom en misschien iedere parochie zijn eigen Engelbewaarder. En dus zijn we te allen tijde onder de leiding en de bescherming van verschillende Engelen. Maar nogmaals, alleen maar één H. Engel is individueel aan ons persoonlijk toegewezen door God als onze Engelbewaarder.

9. Hebben Engelen vleugels?

1) , 2) CKK 336
3) nr. 55
4) Matteüs 18,10
5) Summa Theologica,I,112,4
6) preek over Lazarus, 2,2
7) , 8) Summa Theologica, I, 57,4
9) Matteüs 22,30;Marcus 12,25; Lucas 20,36
10) CKK 330
11) Tweede Brief aan de christenen van Korinte 3, 18
12) Matteüs 13,43
13) Jozef 17,24; Brief aan de christenen van Efeze 1,12,14
14) Apo 5,11-14
15) Apo 4,8-10
16) H. Ignatius van Loyola, Geestelijke oefeningen, regels ter onderscheiding van de geesten, tweede week, regel 3
17) cf. II Sent., D. 14 q. 1, art. 2,ad 4, et 5