H. Margareta Maria Alacoque en het visioen van de aanbidding der Serafijnen

Inleiding

De maand juni is in de traditie van de Kerk bijzonder toegewijd aan het Heilig Hart van Jezus. Wij willen deze keer graag de aandacht vestigen op de H. Hart verering, die door de openbaringen van het Heilig Hart aan de H. Margareta Maria machtige impulsen ontvangen heeft, zodat haar verbreiding in de Kerk veel zegen gebracht heeft. Paus Johannes Paulus II was vast overtuigd van de blijvende actualiteit van deze verering en heef top velerlei wijzen in zijn lange pontificaat daarvan blijk gegeven. Dat de Heilige Engelen ons hierbij kunnen helpen en hierin voorbeeld zijn, wordt op een aanschouwelijke wijze aangetoond door het visioen, dat de Margareta Heilige Maria hierover gekregen heeft. Wij geven in vertaling de tekst weer,1) en voegen daaraan een aantal overwegingen toe.

De Serafijnen aanbidden het H. Hart van Jezus

“Een keer, dat de gemeenschap (buiten) bezig was met hennep te bewerken, trok ik mij terug in een kleine hof, dicht bij het Allerheiligste in de aangrenzende kapel, waar ik mijn werk knielend verrichtte, waarbij al meteen een grote innerlijk en uiterlijke rust over mij kwam. Onmiddellijk daarop vertoonde zich het beminnelijk Hart van mijn aanbiddelijke Jezus, stralender dan de zon. Het bevond zich te midden van Serafijnen die in een wonderbaarlijke harmonie zongen:

De Liefde zegeviert, de Liefde verheugt zich, De Liefde van het Heilig Hart brengt vreugde!

En ofschoon deze zalige geesten mij uitnodigden mij met hun lofprijzingen van het goddelijke Hart Heilig Hart van Jezuste verenigen, durfde ik dat niet te doen. Daarop maakten zij mij daarvan een verwijt, en zeiden ze, dat ze gekomen waren om ‘met mij een verbond te sluiten om het Heilig Hart een ononderbroken eerbetuiging te bewijzen van liefde, aanbidding en lofprijzing, en dat zij daartoe mijn plaats bij het Heilig Sacrament zouden innemen, opdat ik door hun bemiddeling het Hart van de Heer zonder ophouden zou kunnen beminnen, en dat zij, omgekeerd, aan mijn liefde deel zouden hebben door in mijn persoon te lijden, zoals ik mij zou verheugen in hun persoon’.Tegelijkertijd schreven zij dit verbond met gouden letters in het Heilig Hart en bezegelden het met het onuitwisbare zegel van de liefde.

Dit duurde ongeveer twee of drie uur. Maar ik heb de uitwerkingen ervan heel mijn leven ervaren, zowel door de hulp die ik daardoor ondervond, alsook door de vreugden die ik daardoor beleefd heb en nog beleef, zozeer, dat ik mij daarover ten diepste beschaamd voel. Wanneer ik tot deze Engelen bid, noem ik ze nog alleen maar ‘mijn hemelse bondgenoten’. Deze genade bekwam mij een dermate groot verlangen naar zuiverheid van mening en gaf mij zo’n verheven bewustzijn van wat nodig is om met God te spreken, dat wat dat betreft, al het andere mij onrein voorkwam”.

De Heilige Engelen: “Aanbidders in Geest en waarheid”

Naar het woord van de Heer is God een Geest die aanbeden en geëerd moet worden “in Geest en waarheid” (Joh. 4,23). De Engelen zijn hiervoor juist geschapen, maar ook de mensheid en de stoffelijke wereld, de wereld van dieren en planten, de wereld van de atomen en de wereld van de oneindige ruimten in het heelal, de micro- en de macro-cosmos. Maar God kan alleen aanbeden worden in “waarheid”, en de Engelen zijn wel de eersten die ons dat bewust maken. Daarom leidt de verering van de Engelen ons noodzakelijk tot een grotere eerbied voor God en zijn mysterie.

Wie anderzijds dit niet doet, als christen misschien zelfs niet meer aan de Engelen gelooft, verliest al heel spoedig de eerbied die wij God en zijn Woord en gebod schuldig zijn, zoals in onze dagen overal in de Kerk te constateren is.

In het boven weergegeven visioen zien wij wat de verering met de Engelen, de omgang met hen in ons leven allereerst uitwerkt: de eerbied voor God, de behoefte aan een zuivere mening bij alles – de behoefte dus in de waarheid te staan! - , een dieper ‘bewustzijn van wat nodig is om met God te spreken’. Van de eerbied van de Engelen zelf voor God spreekt ons de Heilige Schrift op tal van plaatsen. In Gods tegenwoordigheid bedekken de Serafijnen zich met hun vleugels (Vgl. Jes. 6,2 v). Zij vallen voor God neer in een akt van aanbidding (Vgl. Neh. 9,6); men denke ook aan de aanbidding van de Engel van Portugal tegenover de Heer in de Eucharistie, die hij vervolgens de kinderen reikt. Zie De Engel van Fatima

Lofprijzing Gods door de Engelen

SerafijnenDat de Engelen Gods lof zingen zien wij heel bijzonder in het roepingsvisioen van de profeet Jesaja. Daar zingen de Serafijnen het driemalige Sanctus: “In het sterfjaar van koning Ozias aanschouwde ik de Heer, gezeten op een hoge en heerlijke troon; de sleep van zijn mantel bedekte heel de tempel. Serafijnen stonden om Hem heen, elk met zes vleugels: twee om het gelaat, twee om de voeten te bedekken, en twee om te vliegen. En ze riepen elkaar toe: Heilig, Heilig, Heilig, is Jahweh der Heerscharen; de hele aarde is vol van zijn glorie! Van hun juichen trilden de drempels in hun voegen, en heel de tempel stond vol rook” (Jes. 6,1-4).

Ook hier is sprake van het grote ontzag waarvan de mens bevangen wordt bij het aanschouwen van de Engelen die Gods lof zingen: “Ik riep uit: Wee mij, ik ben verloren! Want ik heb met mijn ogen de Koning, Jahweh der Heerscharen, aanschouwd, ofschoon ik een mens ben met onreine lippen”.

In het Nieuwe Testament zijn het de “levende Wezens”, d.w.z. Engelen die te rekenen zijn tot de Cherubijnen, (Vgl. Ezech. 10,20) die het Sanctus in een andere versie zingen. “Zij hadden allen zes vleugels, van buiten en van binnen vol ogen. Rusteloos riepen zij dag en nacht: Heilig, Heilig, Heilig, de Heer, de almachtige God, die was, en die is, en die komt” ( Openb. 4,8).

Hetgeen de Serafijnen aan de H. Margareta Maria vroegen, doet de Kerk in haar liturgie, zij stemt in met de koren van de Engelen en heft met hen het Sanctus van Serafijnen en Cherubijnen aan.

De aanbidding van het Hart van Jezus

Heilig HartIn het visioen van de H. Margareta Maria zingen de Serafijnen de lof van Jezus’ Hart. Dit is een voortzetting van de aanbidding van het Lam in de Geheime Openbaring. Het Lam, dat St. Jan daar ziet “als geslacht”(Openb. 5,6), wordt door een grote menigte van wel ‘tienduizend maal tienduizend en duizendmaal duizenden’ Engelen aanbeden. Zij zingen: “Waardig is het Lam dat geslacht is, macht te ontvangen, rijkdom en wijsheid, kracht, ere, glorie en lof”.

Gods Zoon wordt door de Engelen verheerlijkt omwille van het grote werk van de verlossing dat Hij door zijn lijden en sterven volbracht heeft. Ook in Paray-le-Monial gaat het om Jezus’ overwinning, om zijn liefde die “zegeviert”. Dat de Heer zich hier echter onder het teken van zijn Heilig Hart openbaart, in dit visioen en veel andere visioenen van deze Heilige, betekent enerzijds, dat Hij de verering van Zijn Hart wenst, anderzijds, dat Hij op deze wijze alle harten aan zich trekken wil.

De mens moet leren de Liefde, Gods Liefde, in zijn eigen leven te ontmoeten, en te ontdekken, hoe de Liefde zich verheugt, wanneer zij ook door ons beantwoord wordt, en welk een grote vreugde zij ons brengt: “De Liefde zegeviert, de Liefde verheugt zich, de Liefde van het Heilig Hart brengt vreugde”. Laten wij zijn Liefde over onze zo armzalige liefde, over onze kleinmoedigheid zegevieren, en geven wij ons aan haar gewonnen, vol vertrouwen, vol blijde verwachting!

Het verbond tussen Engelen en mensen

In het visioen van de Serafijnen die het Hart van Jezus omgeven, wilden dezen met de heilige religieuze een ‘verbond sluiten’, waarvan de inzet was, dat de verheven geesten ‘haar plaats bij de aanbidding van het Allerheiligste zouden innemen, zodat zij door hun bemiddeling de Heer ononderbroken zou kunnen beminnen, en anderzijds aan haar liefde zouden deelhebben, door in haar persoon te lijden, zoals zij zich in hun persoon zou kunnen verheugen’. Dit is ongetwijfeld iets heel groots en heiligs, anderzijds voor ons kleine verstand iets heel onbegrijpelijks.

H. Margaretha MariaWat betekent het immers, dat de zalige geesten door dit verbond aan de liefde van de Heilige deel zouden krijgen en in haar persoon het lijden zouden leren kennen dat in hun wereld niet bestaat; hoe kan de Heilige zich in de Engelen verheugen? Maar vast staat, dat de Heilige Margareta haar leven lang de bijzondere vruchten van dit verbond ondervonden heeft, en dat zij vanaf toen, de Engelen steeds haar ‘hemelse bondgenoten’ genoemd heeft. En het blijvende karakter van dit verbond wordt nog door de Heer zelf bevestigd, wanneer Hij toelaat dat dit verbond ‘met gouden letters’ in zijn Hart geschreven staat.

Het Werk van de Heilige Engelen kent ook een verbond met de Engelbewaarder en met de Heilige Engelen, die de Kerk op 31 mei 2000 door de Congregatie voor het Geloof heeft goedgekeurd voor gebruik in het Opus Angelorum.

Het getuigenis van de H. Margareta Maria is een duidelijke bevestiging, dat de Hemel aan zulk een verbond grote genaden kan verbinden. En daarbij is dit niet eenvoudig de hoop van mensen die uitzien naar een bijzondere hulp in de grote eindtijd waarin wij leven, en waarin de geloofsafval inderdaad apocalyptische vormen aangenomen heeft, maar al evenzeer de wens van de Hemel zelf, de hoop van de Engelen, die zo graag nog veel meer zouden willen helpen, als de mensen hun hulp maar wilden aannemen. De Heer geve, op voorspraak van Maria, Koningin van de Engelen, dat deze machtige hulp die ons wordt aangeboden, steeds meer wordt aangenomen en ingezet.

P. H. J. van Dijk ORC

Terug

1) afgedrukt in Vie et Oeuvres de Sainte Marguerite-Maria, Editions Saint-Paul, Paris-Fribourg 1990, blz. 128v